Landgraaf Koerier

Menu

Bericht van de hoofdredacteur

Toen deze week enige ophef ontstond rond de eventuele proefboringen naar schaliegas, dacht ik heel even een paar honderd meter onder mijn bureau: daar zit een flinke hoeveelheid van een energiedrager die volgens mij, in vergelijking tot schaliegas, met de nodige techniek gemakkelijk omhoog gehaald kan worden: steenkool, maar dan alleen het gas dat er zich in bevindt, een mengsel van koolmonoxyde, methaan en waterstof.

Toen ik voor het eerst van schaliegas hoorde, ging het om pure theorie: het bestond, het was in principe winbaar, maar de winning was veel te duur in vergelijking met het toen nog spotgoedkope aardgas. Over andere nadelen hoorde je nog niet eens iets, het was immers vooral theorie.

Daarna zweeg vrijwel iedereen; we hadden een schier onuitputtelijke bron van aardgas, de aardolie zou ook wel blijven vloeien en als het moest waren er ook nog spotgoedkope kolen uit de VS en uit Polen.

Tot iemand op het idee kwam de Nederlandse kolenvoorraad ondergronds te vergassen. Het leek een relatief simpel idee en het zou toch zonde zijn als al dat zwarte goud ongebruikt in de grond zou blijven zitten. Het Zuid-Limburgse landschap zou iets terugkrijgen van het oude beeld, met torens en machines en misschien wel het lawaai en een beetje die vertrouwde geur.

Behalve dat lang niet iedereen op die terugkeer naar nostalgische tijden zit te wachten, is de winning van dat gas misschien toch ingewikkelder dan je denkt.

Minder energie gebruiken, meer duurzame opwekking van stroom, daar denken we tegenwoordig aan. Of daar zouden we aan kúnnen denken.

Vertel die lui in Den Haag dat de tijden van zo’n mijnbouwkundig landschap echt voorbij zijn, we gingen van zwart naar groen en willen niet terug naar zwart.

Of misschien wel?

Categories:   Algemeen

Comments

Sorry, comments are closed for this item.